Wij leven in een tijd van ingrijpende ontwikkelingen op het terrein van gender en identiteit. Een eigentijdse gedachte is dat mensen hun seksuele identiteit zelf kunnen kiezen en hun leven in overeenstemming daarmee leven. In de samenleving verspreidt zich het fenomeen van genderdysforie. Dat is dat iemand een sterk gevoel van onvrede ervaart over het geslacht waarmee hij/zij geboren en opgegroeid is. Het gender past niet bij hoe die persoon zich voelt en zich wil uiten. Daardoor wordt hij/zij gehinderd zichzelf te verwerkelijken. Dat leidt tot frustratie, depressieve klachten, angst. De oplossing die wordt aanbevolen is een transitie, zodat het man- of vrouw-zijn een vrije, persoonlijke keuze is. Mensen zouden er recht op hebben een transgender te zijn. En kinderen zouden genderneutraal opgevoed moeten worden. Voor een christen is het van belang de vraag te stellen wat de Bijbel hierover te zeggen heeft.
De Bijbel is het Boek van het verbond. God sluit al een verbond met de eerste mensen, Adam en Eva. Als zodanig is de Bijbel openbaring van Gods bedoeling met ons leven. Direct aan het begin wordt ons verteld dat God de mens schept – mannelijk en vrouwelijk. En de mens lijkt op Hem (Gen. 1:26-27). De mens bestaat niet als een enkel individu. Hij is geschapen als een relationeel wezen: de mens bestaat in de relatie met God en met zijn medemens die van het andere geslacht is. God schept twee personen die niet kunnen leven zonder met de ander en in de ander met zichzelf te worden geconfronteerd. Het heersende levensgevoel ontkent dit, met als gevolg een overmatig belang van het “ik” en de eigen identiteit. Daaraan ligt ten grondslag de verwaarlozing of ontkenning van de relatie met God als Schepper van de mens. Ik las deze passage in Genesis nog weer eens opnieuw. Wat mij opviel, is dat de enige differentiatie die wordt genoemd die van de sekse is. Van de dieren worden soorten vermeld, van de mens het onderscheid tussen man en vrouw. Dat is dus een wezenlijk onderscheid.
Onze seksualiteit is een scheppingsgave. Dat de heersende sfeer eromheen zo geagiteerd is, komt doordat wij tot in onze kern een seksueel wezen zijn. Het is van groot belang in het spreken over de actuele seksuele thema’s de lichamelijkheid van de mens te erkennen. De seksualiteit is diepgaand bepalend voor hoe mensen hun mens-zijn beleven. Wie zijn seksuele gevoelens verdringt, vraagt om psychische problemen. Breng een ander dus ook niet in die positie. Als iemand kampt met genderdysforie, dan lijkt mij dat er sprake is van een psychische problematiek die vraagt om een liefdevolle en deskundige benadering.
Wij worden allen geboren als man òf vrouw. Dat is genetisch bepaald en ligt vast in ons dna. Maar daarmee is over het onderscheid niet alles gezegd. Er zijn altijd mensen die met hun biologisch geslacht niet gelukkig zijn of zich seksueel aangetrokken voelen tot personen van hetzelfde geslacht. Er is een verband tussen gendertransities en homoseksualiteit en een samenleving waarin het gezag van God en het licht van zijn Woord wijken. Op zich is dat een beproeving van ons christelijk geloof. Maar er is geen enkele reden dat we zouden terugkomen op de idee dat onze geslachtelijkheid vanaf de schepping van de mens bepalend is voor ons mens-zijn. Onze seksuele identiteit is in beginsel een biologisch gegeven dat onveranderlijk is.
Vanzelfsprekend dienen we oog en hart te hebben voor verstoringen. Wij behoren hen die hiermee worstelen een veilige omgeving te bieden en naast hen te gaan staan. Bedenk dat geen mens zichzelf gemaakt heeft. Elk mens is een schepsel van God. Als christen leven we in een samenleving die het bijbelse spreken weerspreekt, en een beleving van seksualiteit promoot die hiermee in strijd is en de mens schade toebrengt. Genderdysforie is iets dat in het heersende klimaat al bij jongeren wordt opgeroepen, en transities worden gestimuleerd. In die context wordt een christen geroepen zijn geloof te belijden. Maar een veroordelende houding is niet goed. Ons past mededogen met de mens die homoseksuele, lesbische of transseksuele verlangens of gevoelens heeft. Die verlangens of gevoelens zijn niet per definitie zonde. Wie zo ter wereld is gekomen, ervaart een specifieke gebrokenheid. Voor Gods aangezicht zijn wij allen door de zondeval getekende mensen. En hebben wij allen verzoening nodig met onze Schepper, onze medeschepselen en onszelf. Wij zijn allen aangewezen op die God die in Christus een barmhartige en genadige HEERE is!