Biddag: “Weet wat je doet als je naar het huis van God gaat.”
Dat is de raad van de Prediker in de vrije versie van Prediker 4:17 in de Willibrordvertaling. Op biddag komen we naar de kerk. Maar ook als je thuis de dienst meebeleeft, hoe doe je dat?
In elke kerkdienst naderen wij tot God. Wij komen in zijn heiligdom, ook al kun je door omstandigheden niet fysiek in de kerk zijn. Daarom stelt de Prediker de vraag: Hoe naderen we eigenlijk tot God, hoe aanbidden we Hem, wat zeggen we dan? Hij wil ons wijsheid bijbrengen. De Prediker waarschuwt voor oneerbiedigheid. In Israël bestond de gewoonte God een bepaald verzoek te doen, zoals uitredding uit een of andere moeilijke situatie en in het gebed God te beloven een dankoffer te brengen. Dat kan oprecht zijn, maar ook om God te manipuleren. Of om als een vrome Jood indruk te maken, met de hoop door God speciaal gezegend te worden.
De Prediker waarschuwt ervoor zomaar tot God te naderen. Zomaar beginnen te bidden komt vaak voort uit ongeduld, of dat erg veel ons bezighoudt. Daardoor word je gehaast. Het vele waar je druk mee bent, belemmert je om je te concentreren. Een goed gebed is een zorgvuldig gebed. Handelingen 4:24-31 is een klassiek voorbeeld van een overdacht gebed met ruimte voor aanbidding (4:24) toepassing van de Schrift (4:25-28), en het doen van één specifiek verzoek (4:29-30). Het resultaat is opzienbarend (4:31). Als het goed is, naderen wij tot God in ons gebed en onze aanbidding met ontzag voor zijn glorie en majesteit. De Prediker verwacht dat we komen voor Gods aangezicht om naar zijn onderwijs te luisteren en zijn instructies te leren. Het zou een teken van hoogmoed en dwaasheid zijn als wij denken dat wij God kunnen instrueren of naar onze hand zetten met onze vrome gebeden.
In Christus hebben wij met God een intieme relatie en mogen we vrijmoedig tot God gaan. Tegelijk zullen we beseffen dat God in de hemel is. God is God. Dat vraagt om aanbidding van Hem. De HEER heeft een hekel aan ondoordachte godsdienst. Luister daarom eerst, en haast je niet, denk eerst na voordat je je mond opent. Dan word je ook ontdekt aan wat in je leven strijdig is met Gods bedoeling, en waarvan je je zult bekeren als je wilt dat Hij je hoort. God weet als onze Vader al wat je nodig hebt nog voor je Hem erom bidt. In ons bidden erkennen we onze afhankelijkheid en beantwoorden we Gods liefde voor ons. De HEER vraagt van ons een leven van toewijding aan Hem. Dan komt het goed met ons bidden!
Deze meditatie is gepubliceerd in Confessioneel Credo, nr. 4, 24 februari 2022